Dit is weer zo’n gerecht wat in je hoofd ontstaat, een eigen leven gaat leiden en uiteindelijk een heerlijk resultaat oplevert.
Ik wilde graag eens een portobello konfijten om de mooie structuur te behouden en tegelijk de diepe smaak naar boven te halen. Zoals meestal google ik dan even en zo kwam ik bij een recept van Yotam Ottolenghi in The Guardian uit. Dat zag er zo goed uit dat ik die bijna helemaal heb overgenomen; de portobello heb ik gekonfijt in chili-olie.
De portobello is ‘aangekleed’ met wat ingemaakt mosterdzaad (ben ik gek op, as you know…) en verse kruiden: basilicum, munt, tijm en bieslook. Daarbij een gekaramelliseerde rode ui (altijd goed), een Amsterdams uitje (de gele rondjes boven en onder) en een paar geblancheerde doperwten voor de kleur. Oh ja, onder de portobello ligt nog een schijf zoetzure knolselderij.
De schiftsaus daarbij is ook heerlijk! Het is een mengsel van karnemelk en slagroom waar je basilicumolie doorheen mengt. Die vinden elkaar niet zo aardig en dus gaat het schiften. Voeg er ook wat druppels chili-olie aan toe, daar heb je nu natuurlijk wel even genoeg voorraad van (bewaar het in de koelkast en gebruik over alles wat je kunt bedenken…).
Als dit allemaal in je mond samenkomt begin je spontaan te glimlachen, beloofd! Het kost je wel wat tijd dus bewaar dit recept voor in het weekend of op een vrije middag.
Aan de slag!